1. Wat?
Een placebo is eigenlijk gewoon een medicatie, een injectie of een operatie zonder een werkzame stof. Een nep-behandeling dus.
Maar doordat onze hersenen denken dat het een echte behandeling is (de verwachting), gaan ze er ook op reageren. Bijvoorbeeld: doordat je pijn hebt aan je buik, neem je een pijnstiller (nu een placebo-pilletje). Je verwacht dat de pijn na een tijdje gaat afnemen en door die verwachting verdwijnt de pijn ook. Het placebo-effect wordt ook dikwijls gebruikt in de medische wereld.
De verwachting en emoties die ermee gepaard gaan, hebben een zeer belangrijke functie.
Het placebo-effect hangt ook zeer sterk samen met het begrip: Self-fulfilling prophecy (= zichzelf waarmakende gedachte).
2. Hoe?
Als je een placebo neemt, worden door de verwachtingen dezelfde hersengebieden actief als bij een echt medicijn.
Door vele onderzoeken is het al duidelijk geworden dat verschillende ziektes enorm samen hangt met de psychologie (lichaam – geest, je gedachten). Bijvoorbeeld: je bent er zeker van (overtuiging + verwachting) dat een groot glas water drinken, je hoofdpijn zal oplossen. Dat werkt. Dat heb ik al zelf meermaals ondervonden dat dit werkt.
3. Hoe gebruiken?
Uit onderzoek is gebleken dat het placebo-effect zelfs werkt als je ervan weet. Dus je kunt het zeker ook in je voordeel gebruiken. Je kunt dan simpele trucjes gebruiken die je lichamelijk beïnvloeden. Bijvoorbeeld:
– Neem een energiedrankflesje en giet daar water in
– neem een potje (van bv kauwgom) en doe daar gewone muntjes in (bv voor een frisse adem), schrijf op het potje: stress-vermindering, zelfvertrouwen boost, energie, …
4. Lichaam en geest connectie
Gedachten en gevoelens hebben een enorm effect op het metabolisme, hormonen en het immuunsysteem.
Ook de hoeveelheid stress of cortisol die je in je lichaam aanmaakt, speelt een duidelijke rol.
Vele onderzoeken tonen aan dat optimisten (zij maken meer gelukshormonen aan) vaak gezonder zijn dan pessimisten (de lichaamscellen reageren beter). Hoe positiever je gedachten, hoe leuker het leven veelal is.
Geest en lichaam hebben een enorme invloed op elkaar, onze geest heeft echt genezende krachten, het placebo-effect is daar een bekend voorbeeld van.
Daarom is het zo belangrijk dat we ons zelfbeeld en zelfvertrouwen positief houden, want als dat ondermijnd word, gaat het lichaam vaak ook achteruit of word vaak ziek, wat dan voor een vicieuze cirkel zorgt.
De laatste jaren is er ook enorm onderzoek geweest tussen de connectie van de darmbacteriën en de geest. Daarbij wordt er weer aangetoond hoe belangrijk voeding is, niet alleen voor ons lichaam maar zeker ook voor onze geest.
Bewegen heeft zo’n grote invloed op de geest dat als een persoon minimaal 3x per week actief beweegt, die maar liefst de helft minder kans maken op een depressie, alcoholverslaving of een angststoornis.
De mentale gezondheid van een persoon kan ook aan de basis liggen voor de lichamelijke klachten, dit noemen we dan ‘psychosomatische klachten’. Dan is er geen duidelijke oorzaak lichamelijk maar komt die dus wel van psychologische klachten.
5. Nocebo
Nocebo is de negatieve tegenligger van placebo, placebo werkt op een positieve wijze, Nocebo op een negatieve.
Bij chronische pijn-patiënten zien we dit begrip zeer vaak terugkomen. Doordat ze bv: denken dat ze na een lichamelijke activiteit pijn zullen hebben, verwachten de hersenen dit en creëren ze pijn (ook al doet het lichaam niet echt pijn, de hersenen maken van wel).
Dit kan ook voorkomen bij emotionele problemen of pijnen.
6. Voorbeeld kracht Nocebo-effect
Een ter dood veroordeelde man krijgt van een vooraanstaand arts de vraag voorgelegd of hij wil meewerken aan een experiment. Normalerwijs zou de executie gebeuren door openbare ophanging. De dokter legde uit dat hij een andere executiemethode wilde proberen, en vertelde dat hij de gevangene binnenskamers wilde laten doodbloeden – dus geen openbare terechtstelling – en beloofde dat het geen pijn zou doen. De gevangene stemde toe. Doodgaan zou hij toch.
De man werd geblinddoekt meegenomen naar een speciale kamer en daar vastgebonden op een operatietafel. Aan elke hoek van de tafel was een zakje water bevestigd. De arts maakte enkele oppervlakkige sneetjes in voeten en polsen van de gevangene. Kort daarna liet hij rood water uit de zakjes druppelen.
De geblinddoekte man dacht dat het zijn eigen bloed was dat langzaam uit hem wegvloeide. Het effect werd versterkt doordat de in de kamer aanwezige artsen hadden afgesproken om steeds zachter te praten. Uiteindelijk was er alleen nog het geluid van langzaam druppelend water, tot ook dat stopte en er slechts stilte restte. Kort daarna verloor de gevangene het bewustzijn en stierf. Hoewel er in werkelijkheid geen druppel bloed was gevloeid.
Een andere voorbeeld:
Stel je voor dat je een nieuwe medicatie voorgeschreven krijgt voor hoofdpijn. De arts vertelt je dat er mogelijk bijwerkingen kunnen optreden, zoals misselijkheid of duizeligheid. Hoewel de medicatie zelf deze bijwerkingen niet veroorzaakt, begin je je na het innemen van de pillen misselijk en duizelig te voelen. Dit komt puur door de verwachting en angst voor de mogelijke bijwerkingen, waardoor je lichaam daadwerkelijk deze symptomen begint te vertonen.